Statuten

De statuten van Vromen-Gravelijn Stichting, zoals vastgesteld bij de laatste statutenwijziging op 30 januari 1997, luiden als volgt:

Artikel 1. Naam, zetel en duur
1. De stichting draagt de naam ‘Vromen-Gravelijn Stichting’.
2. Zij heeft haar zetel in de Gemeente Doetinchem.
3. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.

Artikel 1. Doel
1. De stichting heeft ten doel:  ‘het verstrekken van financiële steun aan particulieren woonachtig in de Gemeente Doetinchem, die in behoeftige omstandigheden verkeren of dreigen te geraken en voorts al wat hiermee rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord’.
2. De beoordeling van het feit of een particulier voor ondersteuning als bedoeld in lid 1 in aanmerking komt ligt uitsluitend bij het bestuur. Besluiten tot verlenen van steun kunnen door het bestuur slechts worden genomen met een meerderheid van stemmen in een vergadering waarin een meerderheid van de in functie zijnde bestuursleden aanwezig is.

Artikel 3. Vermogen
a. Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:
– het stichtingskapitaal;
– subsidies en donaties;
– schenkingen, erfstellingen, legaten en lastbevoordelingen;
– alle andere verkrijgbare baten.
b. Uitkeringen in de zin van artikel 2 geschieden uit de jaarlijkse inkomsten van de stichting;
uitkeringen ten laste van het vermogen van de stichting zijn slechts mogelijk voor zover het vermogen van de stichting daardoor niet daalt beneden een waarde van tweehonderdvijftigduizend gulden ( f 250.000,-)  [honderdertienduizend zeshonderdzevendertig euro ofwel € 113.637,-] garantiekapitaal, een en ander behoudens indien het bestuur anders besluit.
Een dergelijk besluit kan slechts worden genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig zijn zonder dat sprake is van een vacature in het bestuur.

Artikel 4. Bestuur
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit ten minste vijf leden. Het aantal leden wordt – met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde – door het bestuur met algemene stemmen vastgesteld.
2. Bestuursleden kunnen worden benoemd uit of door de volgende organisaties / instellingen:
– twee bestuursleden uit of door de Raad van Kerken te Doetinchem;
– één bestuurslid uit of door het Humanistisch Verbond, afdeling Doetinchem;
– één bestuurslid uit of door een binnen de Gemeente Doetinchem gevestigde maatschappelijke instelling;
– één bestuurslid door de Burgemeester van de Gemeente Doetinchem.
Bij de verdeling van de bestuurszetels zal worden gestreefd naar een zo evenwichtig mogelijke spreiding over de genoemde organisaties / instellingen.
2. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
3. Bij het ontstaan van één of meer vacatures in het bestuur, zullen de overblijvende bestuursleden met algemene stemmen (of zal het enige overblijvende bestuurslid) binnen twee maanden na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van één (of meer) opvolger(s), met inachtneming van het bepaalde sub 1.
4. Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enig overblijvende bestuurslid niettemin een wettig bestuur, behoudens het bepaalde in artikel 7.
5. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel het recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.

Artikel 5. Bestuursvergaderingen en bestuursbesluiten
1. De bestuursvergaderingen worden gehouden te Doetinchem.
2. Ieder kalenderjaar wordt tenminste één vergadering gehouden en wel vòòr één september van het betreffende jaar.
3. Vergaderingen zullen voorts worden gehouden, telkens indien de voorzitter dit wenselijk acht of indien één of meer van de andere bestuursleden daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richten.
Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft in die zin, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de vereiste formaliteiten.
4. De oproeping tot de vergadering geschiedt – behoudens het in lid 3 bepaalde – door de voorzitter, schriftelijk en tenminste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend.
5. De oproepingsbrieven vermelden naast de plaats en het tijdstip van de vergadering de te behandelen onderwerpen.
6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.
7. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één van de andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht.
De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen die in de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd.
8. Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen, indien de meerderheid van zijn in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.
Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.
9. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
10. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
11. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, telegrafisch of per telefax hun mening te uiten.
Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na mede-ondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
12. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één van de stemgerechtigden vóór de stemming verlangt.
Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
13. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
14. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter.

Artikel 6. Bestuursbevoegdheden
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen.
3. Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.

Artikel 7. Vertegenwoordiging
1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechte.
2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden.
3. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuursleden en/of derden om de stichting binnen de grenzen van de volmacht te vertegenwoordigen.

Artikel 8. Einde bestuurslidmaatschap
Het bestuurslidmaatschap eindigt:
door overlijden van een bestuurslid, bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen, bij schriftelijke ontslagneming (bedanken), ingeval van ontslag op grond van artikel 298 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 9. Boekjaar en jaarstukken
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken van de stichting afgesloten. Daaruit worden door de penningmeester een balans en een staat van baten en lasten over het geëindigde boekjaar opgemaakt, welke jaarstukken, vergezeld van een rapport van een register-accountant of van een accountant-administratieconsulent, binnen zes maanden na afloop van het boekjaar aan het bestuur wordt aangeboden.
3. De jaarstukken worden door het bestuur vastgesteld.

Artikel 10. Reglement
1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld die niet in deze statuten zijn vervat.
2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen.
4. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van toepassing.

Artikel 11. Statutenwijziging
1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen.
Het besluit daartoe moet worden genomen met een drie/vierde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat.
Zijn niet alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt binnen vier weken, maar niet eerder dan veertien dagen na de eerste vergadering, een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin kan worden besloten tot statutenwijziging ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden.
2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen.
3. De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het Openbaar Stichtingenregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, binnen welker gebied de stichting haar woonplaats heeft.

Artikel 12. Ontbinding en vereffening
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van toepassing.
2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
3. De vereffening geschiedt door het bestuur.
4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 11 lid 3.
5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting.
7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende tien jaar berusten onder de jongste vereffenaar.

Artikel 13. Slotbepalingen
In alle gevallen waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.