Geschiedenis

“Er wordt nog zoveel nood geleden”

De Graafschapbode van 28 augustus 1964 maakt melding van de oprichting van de Stichting Vromen-Gravelijn.
“Het trof ons, of liever gezegd mijn vrouw, dat er nog zoveel armoede wordt geleden. In de winter van ’62-’63 bijvoorbeeld merkten we, dat er mensen waren, die de deur niet uitkwamen, omdat ze geen behoorlijke jas hadden of zelfs in bede bleven, omdat de kachel niet kon worden gestookt.”
Aldus de heer Abraham Vromen Jr., die ter gelegenheid van zijn veertigjarig zakenjubileum samen met zijn echtgenote Cornelia Gravelijn, waarmee hij in 1936 was getrouwd. Beiden waren geen Doetinchemmers van geboorte; hij was in Zutphen geboren en zij in Zeeland. Voor zijn werk kwamen beiden naar Doetinchem; hij was o.a. directeur van de papierfabriek in Doetinchem.
Het echtpaar schonk f 250.000,- aan de nieuwe stichting. Uit de rente daarvan (men begrootte het bedrag daarvan op circa f 8.000,–) zou hulp kunnen worden geboden.
“De moeilijkheid bij het verlenen van hulp aan mensen die het niet zo breed hebben, is dat zij hun armoede niet aan de grote klok hangen. Juist onder deze “stille” armen wordt het meest geleden”.
Om dat probleem te tackelen besloot men het bestuur van de stichting breed samen te stellen. Het bestond destijds uit twee predikanten, twee pastoors en de burgemeester van Doetinchem; sinds 1997 kan het Humanistisch Verbond ook een vertegenwoordiger aanwijzen. Het bestuur is in de loop der jaren veelvuldig bijeen geweest en heeft naar vermogen geholpen als erom gevraagd werd.
Het echtpaar Vromen-Gravelijn is reeds lang overleden; hun initiatief vindt nog steeds voortgang. De stichting timmert niet aan de weg; actief is zij nog steeds. Nog immer wordt er veel nood geleden en ook nu loopt men er niet graag mee te koop.

De heer Vromen overleed op 21 mei 1971 op een leeftijd van bijna 65 jaar en zijn vrouw overleed in 1979.